-
1 top
adj. bovenste--------n. bovenkant; bergtop, hoogtepunt, apex; bedekking, deksel, kap;--------v. overtreffen, uitmunten, zich verheffen boven; toppentop1[ top] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 bovenstuk/kant ⇒ tafelblad; bergtop; boomtop; kap 〈 van kinderwagen, auto enz.〉; dop 〈 van fles, vulpen〉; top(je) 〈 kledingstuk〉; bovenleer 〈 van schoen〉; deksel; kroonkurk; room 〈 op melk〉; bovenrand 〈 van bladzijde〉3 beste/belangrijkste 〈van klas/organisatie〉♦voorbeelden:at the top of his career • op het hoogtepunt van zijn carrièrefrom top to toe • van top tot teen(shout) at the top of one's voice • luidkeels (schreeuwen)come to the top, reach the top • de top bereiken(sit) at the top (of the table) • aan het hoofd (van de tafel zitten)on top • boven(aan)3 be/come out (at the) top of the form/school • de beste van de klas/school zijn(feel) on top of the world • (zich) heel gelukkig (voelen)come out on top • overwinnenget on top of something • iets de baas wordenthe problems got on top of him • de problemen werden hem te veelkeep on top of • de baas blijvensleep like a top • slapen als een oson top of his salary • boven op zijn salarison top of that • daar komt nog bij, bovendien→ big big/————————top2♦voorbeelden:top leader • topleidertop prices • hoogste prijzenat top speed • op topsnelheid————————top3〈werkwoord; topped〉♦voorbeelden:topped with • met een top vanto top it all • tot overmaat van ramp5 top and tail • afhalen, doppen -
2 ritual
adj. van religieuze aard; ritueel--------n. ceremonie, riteritual1[ ritsjoeəl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————ritual2♦voorbeelden: -
3 mess
n. rommel, wanorde, rotzooi, vuil; probleem; pech; eetzaal; maaltijd--------v. rommelen; rotzooi maken; bevuilen; verward raken (in); samen etenmess11 puinhoop ⇒ troep, (war)boel, knoeiboel♦voorbeelden:clear up the mess • de rotzooi opruimenmake a mess of • in de war schoppenthe house was in a pretty mess • het huis was een puinhoop————————mess2♦voorbeelden:→ mess with mess with/ -
4 revelry
n. braspartij; brasserij, gezwier; feestvreugde[ revlrie] 〈meervoud: revelries; ook meervoud met enkelvoud betekenis〉 -
5 royalty
n. koningschap; koninklijke familie; aandeel in de opbrengst[ rojjəltie] 〈meervoud: royalties〉1 iemand van koninklijken bloede ⇒ koning(in), prins(es)III 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord ook meervoud〉♦voorbeelden: -
6 scrap
n. stukje; deeltje; onderdeel; (kranten) knipsel; ruzie; twist; afval; schroot--------v. afdanken, buiten dienst stellen; slopen; ruzie makenscrap1[ skræp] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stukje ⇒ beetje; fragment2 knipsel♦voorbeelden:there's not a scrap of truth in what they've told you • er is niets waar van wat ze je verteld hebben————————scrap2〈 scrapped〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
7 eye
n. oog--------v. ogen, bekijken, zieneye1[ aj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:she has a good eye for colour • zij heeft oog voor kleurnot be able to believe one's eyes • je ogen niet kunnen gelovenblack someone's eye • iemand een blauw oog slaancast/run an/one's eye over • een (kritische) blik werpen opcatch the/someone's eye • de/iemands aandacht trekkenclose/shut one's eyes to • oogluikend toestaancry/weep one's eyes out • hevig huilenhave eyes for • belangstelling hebben voorhave an eye for • kijk hebben opit hit me in the eye • het viel mij meteen opkeep an eye on • in de gaten houden〈 informeel〉 keep your eyes open/ 〈 Brits-Engels〉 skinned/ 〈 Amerikaans-Engels〉 peeled! • let goed op!look someone in the eye • iemand recht aankijkenmake someone open his eyes • iemand verbaasd doen staanmeet someone's eye • iemand recht aankijkenthere is more to it/in it than meets the eye • er zit meer achteropen someone's eyes (to) • iemand de ogen openen (voor)set/lay/clap eyes on • onder ogen krijgennot be able to take one's eyes off something • niet genoeg krijgen van ietswipe one's eye(s) • de tranen drogen〈 leger〉 eyes front! • hoofd front!an eye for an eye • oog om oogin the eye(s) of the law • in het oog der wetin/through the eyes of, in someone's eyes • volgensunder/before his very eyes • vlak voor/onder zijn ogenup to the/one's eyes • tot over de orenwith an eye to • met het oog opall eyes • een en al oog/aandachtdo someone in the eye • iemand een kool stovengive someone the eye • iemand uitnodigend aankijkenkeep one's eye on the ball • de aandacht erbij houdenmake eyes at • lonken naarsee eye to eye (with someone) • het eens zijn (met iemand)with one's eyes shut • met het grootste gemakmy eye! • kom nou!————————eye2〈werkwoord; ook eying〉1 bekijken ⇒ aankijken, kijken naar♦voorbeelden: -
8 moustache
n. snor1 snor -
9 Inland Revenue
Inland Revenue〈 Brits-Engels〉 -
10 Philippines
n. Filippijnen (een eilandenrepubliek in het Verre Oosten)[ filləpie:nz] 〈the; werkwoord ook meervoud〉 -
11 Vatican
n. Vaticaan (wereldcentrum v.d. katholieke kerk met aan het hoofd de Paus; het pauselijk/pontificaal bewind)[ vætikkən] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:a Vatican decree • een Vaticaans/pauselijk besluit -
12 barrel
n. vat, ton; loop (v.e. geweer)--------v. snel bewegenbarrel1[ bærəl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:over a barrel • hulpeloos————————barrel2〈werkwoord; barrelled〉♦voorbeelden: -
13 fair ground
-
14 film crew
-
15 frame
n. lijst; montuur; kozijn; bouw; lichaamsbouw; humeur; beeld (in film); (op internet) protocol dat "gegevenspakket" bevat met adresveld en slotveld--------v. ontwerpen, uitdenken, formuleren, vormen, verzinnen; inlijsten, omlijsten; (iem.) erin luizen, (opzettelijk) vals beschuldigenframe1[ freem] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 (het dragende) geraamte 〈 van een constructie〉 ⇒ skelet 〈 houtbouw〉; frame 〈 van fiets〉; raamwerk, chassis2 〈 benaming voor〉 omlijsting ⇒ kader, kozijn; 〈 ook meervoud〉 montuur 〈 van bril〉; raam 〈 van venster, weeftoestel e.d.〉3 achtergrond ⇒ omgeving, omlijsting4 lichaam ⇒ gestel, bouw♦voorbeelden:————————frame2〈 werkwoord〉1 〈 benaming voor〉 vorm geven aan ⇒ ontwerpen, uitdenken; formuleren, uitdrukken; vormen, vervaardigen; verzinnen, zich inbeelden2 inlijsten ⇒ omlijsten, als achtergrond dienen voor3 het geraamte in elkaar zetten van ⇒ bouwen, construeren♦voorbeelden:1 the government framed a plan for fighting inflation • de regering ontwierp een plan voor de inflatiebestrijding -
16 holiday
n. feestdag; rustdag; vakantieholiday1[ holliddie, -dee] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 feestdag♦voorbeelden:on holiday/on one's holidays • op/met vakantie→ Roman Roman/————————holiday2〈 werkwoord〉1 met/op vakantie zijn -
17 lorgnette
n. face-à-main; toneelkijker[ lo:njet] 〈 ook meervoud〉 -
18 mail
n. post; harnas--------v. posten, versturenmail1[ meel] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————mail2〈 werkwoord〉 -
19 mooring
n. meertros; ankerplaats (voor een boot); benodigdheden om voor anker te gaan[ moeəring]♦voorbeelden: -
20 preserve
n. wildpark, natuurreservaat; privégebied--------v. behouden, konserveren; beschermen; vereeuwigenpreserve1[ prizzə:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————preserve2〈 werkwoord〉4 verduurzamen ⇒ conserveren, inmaken♦voorbeelden:1 God preserve us! • God beware ons!
См. также в других словарях:
Centre de coordination des organisations flamandes — Le centre de coordination des organisations flamandes (Overlegcentrum van de Vlaamse verenigingen, OVV en néerlandais) est un lobby politique nationaliste flamand qui a pour idéologie politique l indépendance de la Flandre. Il réunit des… … Wikipédia en Français